DictionaryForumContacts

   English
Google | Forvo | +
noun | verb | to phrases
settle ['setl] n
gen. inzakken; verzakken; zich zetten
immigr. zich vestigen
to settle n
gen. beklinken
coal. inzakken; verzakken; zich zetten
construct. zich vestigen
fin. afwikkelen
settle ['setl] v
hydraul. bezinken; inklinken
settling ['setlɪŋ] v
agric. klaren; débourbage
chem. sedimentatie
coal. afzetting; bezinking
life.sc., el. samenpakking
transp., construct. verzakking
soil settling v
life.sc., coal. inklinking; klink; nazakking; zetting; zetting van de bodem
 English thesaurus
SETTLE ['setl] abbr.
abbr., med. Spindle Epithelial Tumor With Thymus-like Differentiation
settle: 82 phrases in 18 subjects
Agriculture1
Chemistry1
Construction2
Customs1
Demography1
Earth sciences1
Economy2
Electronics3
Environment16
Finances7
General13
Government, administration and public services1
Industry11
Insurance2
Labor law2
Law13
Life sciences4
Transport1