DictionaryForumContacts

   English
Google | Forvo | +
noun | verb | to phrases
finishing ['fɪnɪʃɪŋ] n
agric. afploegen f
finishings n
construct. afbouw
finishing ['fɪnɪʃɪŋ] v
gen. façonneren
agric. eindvoor maken
anim.husb. afmesten; naplukken
chem. napolijsten; oppolijsten; passeren; toestellen
construct. afbouw
cultur. versnijden en verpakken
environ., tech. leertouwen; touwen
immigr., tech. nabewerking
industr. afrijping; veredeling; afwerkingswerken
industr., construct. afwerking
industr., construct., chem. appreteermiddel
mech.eng. naslijpen; eindbewerking
med. polijsten
met. bijwerken; flikken; navonken
met., mech.eng. nadraaien
mun.plan., IT finishen
transp. afrijen; afwerken
wood. slotbewerking
finish ['fɪnɪʃ] v
gen. nabewerken
agric., construct. scheidingsvore
agric., industr., construct. bewerkt hout
industr., construct. dekverving
industr., construct., chem. avivage; aviveren
industr., construct., met. kop; mondopening; afwerking; glans; polijstglans
met. bijwerken; flikken
Finish ['fɪnɪʃ] v
comp., MS Voltooien (A navigation button used to complete and close a wizard)
finishes v
construct. afbouw
 English thesaurus
finish ['fɪnɪʃ] abbr.
abbr., polym. fin
jewl. Refers to the way a metal surface has been done. Metal can be glossy, brushed, hammered, ect. These are all types of finishes popularly used in jewelry.
finishing: 299 phrases in 24 subjects
Agriculture7
Chemistry17
Construction30
Cultural studies4
Earth sciences1
Electronics1
Environment5
Finances1
Fish farming pisciculture1
General4
Industry134
Information technology8
Labor organization1
Materials science3
Mechanic engineering15
Medical2
Metallurgy46
Microsoft3
Municipal planning1
Statistics4
Technology5
Textile industry4
Transport1
Wood processing1