Japanese ⇄ Dutch English French German Hungarian Russian Slovene Spanish

番
gen.	volgorde n; rangorde f; orde f; plaatsing f (in een volgorde); plaats f; beurt f; speelbeurt; nummer n; nr. n; wacht; het waken; het oppassen; bewaking f; hoede f; uitkijk m; waak f; arch. wake; dienst m; werkbeurt; bewaker m; hoeder m; wachter m; oppasser m; partij f; spel n; wedstrijd m; rondje n; potje n; paar n; stel n; koppel m; span f; groep f; ploeg f; troep m; ensemble n; team n; toom m; partner m; wederhelft f; ploegendienst m; shift; verbinding f; verbindingsstuk n; voeg f; gewricht n; geleding f; scharnier n; moment n; gelegenheid m
１番
gen.	het meest … n adj-no voor een adjectief ter vorming van een superlatief; het …-st; het meest; het best; om te proberen; bij wijze van proef; de eerste; nummer één; de eerste plaats; een spel; een rondje; een beurt; een robbertje; een stuk (muziek)
１１０番 spec1 | spec1
gen.	Japans noodnummer n vs (voor dringende politionele hulp); alarmnummer 110; meton. alarmcentrale
１１９番
gen.	Japans noodnummer n vs (van de brandweer ambulance); alarmnummer 119