| |||
-brief n n-suf; -achtig; -ig; -gelijk; als van een ~; gelijkend op ~; -vormig; in de vorm van ~; omstandigheden n; situatie f; toestand m; staat m; gesteldheid f; voorkomen; uitzicht n; schijn m; brief m; schrijven n; scherts. epistel; i.h.b. verslag; bericht n; kennisgeving f; rapport n | |||
| |||
-elings suf hon; -waarts (drukt een richting, oriëntatie uit); meneer f; mijnheer m; afk. m.; de heer; afk. dhr.; mevrouw f; afk. Mw.; afk. Mevr.; madame f; afk. Mme.; afk. Mad.; juffrouw f; mejuffrouw f; afk. Mej.; titel m; status e.d.}; aanblik m; aanzien; gezicht n; air n |