DictionaryForumContacts

   Japanese
Google | Forvo | +
死ぬ ichi1 news2 nf46 | ichi1 news2 nf46
gen. sterven v5n vn vi sens; doodgaan; overlijden m; euf. heengaan; fig., euf. inslapen; euf. ontslapen; form. expireren; arch. verscheiden; i.h.b. omkomen; vergaan; euf. het leven laten; uitdr. de wereld verlaten; i.h.b. de dood vinden; i.h.b. om het leven komen; inform. kapotgaan; inform. opkrassen; vulg. verrekken; m.b.t. dieren, volkst. creperen; m.b.t. dieren, volkst. peigeren; uitdr., euf. uit dit leven scheiden; uitdr., euf. de geest geven; uitdr., euf. de laatste ademtocht uitblazen; uitdr., euf. de doodssnik geven; uitdr., euf. de laatste snik geven; uitdr., euf. tot een beter leven overgaan; uitdr. de grote reis aanvaarden; uitdr. ad patres gaan; uitdr. de weg van alle vlees gaan; uitdr. de eeuwigheid in gaan; uitdr. voor Gods rechterstoel verschijnen; uitdr., euf. het moede hoofd neerleggen; uitdr. het tijdelijke met het eeuwige verwisselen; uitdr., euf. naar betere oorden verhuizen; uitdr. het hoekje omgaan; uitdr. de pijp uitgaan; uitdr. er geweest zijn; uitdr. het loodje leggen; uitdr. de ogen sluiten; uitdr. de pijp aan Maarten geven; uitdr. om zeep gaan; uitdr. naar de barbiesjes gaan; uitdr. de kraaienmars blazen; uitdr. zijn poeperd dichtknijpen; uitdr. het afleggen; uitdr. het leven afleggen; uitdr. de doodschuld afleggen; uitdr. 'm piepen; uitdr. zijn hachje erbij inschieten; Barg. kassiewijle gaan; Barg. het afpikken; levendigheid f; glans verliezen; futloos; lusteloos; doods worden; onbezield raken; zielloos worden; fig. wegsterven; verspild worden; nutteloos besteed worden; verdaan worden; onbenut blijven; ongebruikt blijven; go-jargon geslagen worden; honkbaljargon van het veld af gespeeld worden; "uit" geslagen worden; uitgetikt worden