честный | |
gen. | braaf; eerlijk; loyaal; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen |
| |||
braaf; eerlijk; loyaal; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; ridderlijk; rond; heilig (foreverchild); recht door zee (el.nova); eerzaam | |||
| |||
zuiver (Сова) |
честный: 12 phrases in 2 subjects |
General | 11 |
Obsolete / dated | 1 |