Terms containing rug

Subject	Dutch	Russian
fig.	iem. de rug meten	избить (кого-л.)
fig.	iem. de rug meten	отколотить
gen.	iem. de rug toedraaien	отвернуться (от кого-л.)
gen.	iem. de rug toedraaien	повернуться спиной (к кому-л.)
gen.	iem. de rug toewenden	не обращать внимания (на кого-л.)
gen.	iem. de rug toewenden	повернуться спиной (к кому-л.)
gen.	de troepen waren in de rug door een moeras gedekt	войска с тыла были прикрыты болотом
gen.	een brede rug bebben	быть выносливым
gen.	een hoge rug	горб
gen.	een hoge rug	сутулая спина
gen.	een zetje in de rug geven	толкнуть/подтолкнуть в спину (Ukr)
gen.	hij heeft al drie kruisjes achter de rug	у него уже более тридцати лет за плечами
gen.	in de rug aanvallen	нападать с тыла
fish.farm.	langs du rug opengesneden vis	скумбрия распластанная по хребту
fig.	met de rug tegen de muur staan	загнан в угол (Сова)
fig.	met de rug tegen de muur staan	быть прижатым к стенке (=geen kant op kunnen, hooguit een laatste uitweg Сова)