DictionaryForumContacts

   Dutch
Terms containing aantrekken | all forms
SubjectDutchRussian
gen.bal: er zich geen bal van aantrekkenни капли не переживать (Сова)
gen.bal: er zich geen bal van aantrekkenнисколько не волноваться (=zich nergens wat van aantrekken Сова)
gen.de leeuwehuid aantrekkenхрабриться
fig.de stoute schoenen aantrekkenпринять смелое решение
fig.de stoute schoenen aantrekkenсобраться с духом
gen.de teugels aantrekkenотпускать поводья (тж. перен.)
gen.de teugels aantrekkenнатягивать поводья
inf.zich aantrekkenзадевать, расстраивать (zich iets aantrekken van Vasstar)
inf.zich aantrekkenзадевать, расстраивать (Vasstar)
gen.zich iets aantrekkenпринимать к сердцу (что-л.)