DictionaryForumContacts

Morphology analysis
tong (1083) | Noun, feminine
tong singular singular
tongen plural plural
tong | Adjective
tong
tonge
tonger
tongers
tongere
tongst
tongste
tongen
tingen | Verb
1 aantingen
2 aantingend
3 aangetongen
4 ting
5 tingt
6 tingt
7 tingen
8 tingen
9 tingen
10 aangetongen
11 aangetongen
12 aangetongen
13 aangetongen
14 aangetongen
15 aangetongen
16 tong
17 tong
18 tong
19 tongen
20 tongen
21 tongen
22 aangetongen
23 aangetongen
24 aangetongen
25 aangetongen
26 aangetongen
27 aangetongen
28 aantingen
29 aantingen
30 aantingen
31 aantingen
32 aantingen
33 aantingen
34 aangetongen
35 aangetongen
36 aangetongen
37 aangetongen
38 aangetongen
39 aangetongen
40 aantingen
41 aantingen
42 aantingen
43 aantingen
44 aantingen
45 aantingen
46 aangetongen
47 aangetongen
48 aangetongen
49 aangetongen
50 aangetongen
51 aangetongen
52 ting