DictionaryForumContacts

Morphology analysis
stapelen (780) | Verb
1 stapelen
2 stapelend
3 gestapeld
4 stapel
5 stapelt
6 stapelt
7 stapelen
8 stapelen
9 stapelen
10 gestapeld
11 gestapeld
12 gestapeld
13 gestapeld
14 gestapeld
15 gestapeld
16 stapelde
17 stapelde
18 stapelde
19 stapelden
20 stapelden
21 stapelden
22 gestapeld
23 gestapeld
24 gestapeld
25 gestapeld
26 gestapeld
27 gestapeld
28 stapelen
29 stapelen
30 stapelen
31 stapelen
32 stapelen
33 stapelen
34 gestapeld
35 gestapeld
36 gestapeld
37 gestapeld
38 gestapeld
39 gestapeld
40 stapelen
41 stapelen
42 stapelen
43 stapelen
44 stapelen
45 stapelen
46 gestapeld
47 gestapeld
48 gestapeld
49 gestapeld
50 gestapeld
51 gestapeld
52 stapel
stapel (60) | Noun, masculine
stapel singular singular
stapels plural plural