DictionaryForumContacts

Morphology analysis
ruis (402) | Noun, masculine
ruis singular singular
ruisen (1493) | Verb
1 aanruisen
2 aanruisend
3 aangeruist
4 ruis
5 ruist
6 ruist
7 ruisen
8 ruisen
9 ruisen
10 aangeruist
11 aangeruist
12 aangeruist
13 aangeruist
14 aangeruist
15 aangeruist
16 ruiste
17 ruiste
18 ruiste
19 ruisten
20 ruisten
21 ruisten
22 aangeruist
23 aangeruist
24 aangeruist
25 aangeruist
26 aangeruist
27 aangeruist
28 aanruisen
29 aanruisen
30 aanruisen
31 aanruisen
32 aanruisen
33 aanruisen
34 aangeruist
35 aangeruist
36 aangeruist
37 aangeruist
38 aangeruist
39 aangeruist
40 aanruisen
41 aanruisen
42 aanruisen
43 aanruisen
44 aanruisen
45 aanruisen
46 aangeruist
47 aangeruist
48 aangeruist
49 aangeruist
50 aangeruist
51 aangeruist
52 ruis