DictionaryForumContacts

Morphology analysis
omtrek (172) | Noun, masculine
omtrek singular singular
omtrekken plural plural
omtrekken (165) | Verb
1 aanomtrekken
2 aanomtrekkend
3 aangeomtrokken
4 omtrek
5 omtrekt
6 omtrekt
7 omtrekken
8 omtrekken
9 omtrekken
10 aangeomtrokken
11 aangeomtrokken
12 aangeomtrokken
13 aangeomtrokken
14 aangeomtrokken
15 aangeomtrokken
16 omtrok
17 omtrok
18 omtrok
19 omtrokken
20 omtrokken
21 omtrokken
22 aangeomtrokken
23 aangeomtrokken
24 aangeomtrokken
25 aangeomtrokken
26 aangeomtrokken
27 aangeomtrokken
28 aanomtrekken
29 aanomtrekken
30 aanomtrekken
31 aanomtrekken
32 aanomtrekken
33 aanomtrekken
34 aangeomtrokken
35 aangeomtrokken
36 aangeomtrokken
37 aangeomtrokken
38 aangeomtrokken
39 aangeomtrokken
40 aanomtrekken
41 aanomtrekken
42 aanomtrekken
43 aanomtrekken
44 aanomtrekken
45 aanomtrekken
46 aangeomtrokken
47 aangeomtrokken
48 aangeomtrokken
49 aangeomtrokken
50 aangeomtrokken
51 aangeomtrokken
52 omtrek