DictionaryForumContacts

Morphology analysis
knoppen (444) | Verb
1 knoppen
2 knoppend
3 knopt
4 knop
5 knopt
6 knopt
7 knoppen
8 knoppen
9 knoppen
10 knopt
11 knopt
12 knopt
13 knopt
14 knopt
15 knopt
16 knopte
17 knopte
18 knopte
19 knopten
20 knopten
21 knopten
22 knopt
23 knopt
24 knopt
25 knopt
26 knopt
27 knopt
28 knoppen
29 knoppen
30 knoppen
31 knoppen
32 knoppen
33 knoppen
34 knopt
35 knopt
36 knopt
37 knopt
38 knopt
39 knopt
40 knoppen
41 knoppen
42 knoppen
43 knoppen
44 knoppen
45 knoppen
46 knopt
47 knopt
48 knopt
49 knopt
50 knopt
51 knopt
52 knop
knop (112) | Noun, masculine
knop singular singular
knoppen plural plural
knopen (796) | Verb
1 aanknopen
2 aanknopend
3 aangeknopt
4 knop
5 knopt
6 knopt
7 knopen
8 knopen
9 knopen
10 aangeknopt
11 aangeknopt
12 aangeknopt
13 aangeknopt
14 aangeknopt
15 aangeknopt
16 knopte
17 knopte
18 knopte
19 knopten
20 knopten
21 knopten
22 aangeknopt
23 aangeknopt
24 aangeknopt
25 aangeknopt
26 aangeknopt
27 aangeknopt
28 aanknopen
29 aanknopen
30 aanknopen
31 aanknopen
32 aanknopen
33 aanknopen
34 aangeknopt
35 aangeknopt
36 aangeknopt
37 aangeknopt
38 aangeknopt
39 aangeknopt
40 aanknopen
41 aanknopen
42 aanknopen
43 aanknopen
44 aanknopen
45 aanknopen
46 aangeknopt
47 aangeknopt
48 aangeknopt
49 aangeknopt
50 aangeknopt
51 aangeknopt
52 knop