stoot

singular

singular

	stoot	singular	singular
	stoten	plural	plural

1	stoten
2	stotend
3	gestoten
4	stoot
5	stoot
6	stoot
7	stoten
8	stoten
9	stoten
10	gestoten
11	gestoten
12	gestoten
13	gestoten
14	gestoten
15	gestoten
16	stiet
17	stootte
18	stiet
19	stootte
20	stiet
21	stootte
22	stieten
23	stootten
24	stieten
25	stootten
26	stieten
27	stootten
28	gestoten
29	gestoten
30	gestoten
31	gestoten
32	gestoten
33	gestoten
34	stoten
35	stoten
36	stoten
37	stoten
38	stoten
39	stoten
40	gestoten
41	gestoten
42	gestoten
43	gestoten
44	gestoten
45	gestoten
46	stoten
47	stoten
48	stoten
49	stoten
50	stoten
51	stoten
52	gestoten
53	gestoten
54	gestoten
55	gestoten
56	gestoten
57	gestoten
58	stoot

1	stuiten
2	stuitend
3	stoten
4	stuit
5	stuit
6	stuit
7	stuiten
8	stuiten
9	stuiten
10	stoten
11	stoten
12	stoten
13	stoten
14	stoten
15	stoten
16	stoot
17	stoot
18	stoot
19	stoten
20	stoten
21	stoten
22	stoten
23	stoten
24	stoten
25	stoten
26	stoten
27	stoten
28	stuiten
29	stuiten
30	stuiten
31	stuiten
32	stuiten
33	stuiten
34	stoten
35	stoten
36	stoten
37	stoten
38	stoten
39	stoten
40	stuiten
41	stuiten
42	stuiten
43	stuiten
44	stuiten
45	stuiten
46	stoten
47	stoten
48	stoten
49	stoten
50	stoten
51	stoten
52	stuit

1	aanstoten
2	aanstotend
3	aangestoten
4	stoot
5	stoot
6	stoot
7	stoten
8	stoten
9	stoten
10	aangestoten
11	aangestoten
12	aangestoten
13	aangestoten
14	aangestoten
15	aangestoten
16	stiet
17	stootte
18	stiet
19	stootte
20	stiet
21	stootte
22	stootten
23	stootten
24	stootten
25	aangestoten
26	aangestoten
27	aangestoten
28	aangestoten
29	aangestoten
30	aangestoten
31	zal
32	zult
33	zal
34	zullen
35	zullen
36	zullen
37	hebben
38	hebben
39	hebben
40	hebben
41	hebben
42	hebben
43	zou
44	zou
45	zou
46	zouden
47	zouden
48	zouden
49	aangestoten
50	aangestoten
51	aangestoten
52	aangestoten
53	aangestoten
54	aangestoten
55	stoot