DictionaryForumContacts

Morphology analysis
gelijmd (25) | Adjective
gelijmd
gelijmde
gelijmder
gelijmders
gelijmdere
gelijmdst
gelijmdste
gelijmden
gelijmd (89) | Noun, masculine
gelijmd singular singular
gelijmden plural plural
-
gelijmen (32) | Verb
1 aangelijmen
2 aangelijmend
3 aangegelijmd
4 gelijm
5 gelijmt
6 gelijmt
7 gelijmen
8 gelijmen
9 gelijmen
10 aangegelijmd
11 aangegelijmd
12 aangegelijmd
13 aangegelijmd
14 aangegelijmd
15 aangegelijmd
16 gelijmde
17 gelijmde
18 gelijmde
19 gelijmden
20 gelijmden
21 gelijmden
22 aangegelijmd
23 aangegelijmd
24 aangegelijmd
25 aangegelijmd
26 aangegelijmd
27 aangegelijmd
28 aangelijmen
29 aangelijmen
30 aangelijmen
31 aangelijmen
32 aangelijmen
33 aangelijmen
34 aangegelijmd
35 aangegelijmd
36 aangegelijmd
37 aangegelijmd
38 aangegelijmd
39 aangegelijmd
40 aangelijmen
41 aangelijmen
42 aangelijmen
43 aangelijmen
44 aangelijmen
45 aangelijmen
46 aangegelijmd
47 aangegelijmd
48 aangegelijmd
49 aangegelijmd
50 aangegelijmd
51 aangegelijmd
52 gelijm