DictionaryForumContacts

Morphology analysis
kabel (2624) | Noun, masculine
kabel singular singular
kabels plural plural
kabeldraaien (11) | Verb
1 kabeldraaien
2 kabeldraaiend
3 kabelgedraaid
4 kabel
5 kabel
6 kabel
7 kabel
8 kabel
9 kabel
10 kabelgedraaid
11 kabelgedraaid
12 kabelgedraaid
13 kabelgedraaid
14 kabelgedraaid
15 kabelgedraaid
16 kabel
17 kabel
18 kabel
19 kabel
20 kabel
21 kabel
22 kabelgedraaid
23 kabelgedraaid
24 kabelgedraaid
25 kabelgedraaid
26 kabelgedraaid
27 kabelgedraaid
28 kabeldraaien
29 kabeldraaien
30 kabeldraaien
31 kabeldraaien
32 kabeldraaien
33 kabeldraaien
34 kabelgedraaid
35 kabelgedraaid
36 kabelgedraaid
37 kabelgedraaid
38 kabelgedraaid
39 kabelgedraaid
40 kabeldraaien
41 kabeldraaien
42 kabeldraaien
43 kabeldraaien
44 kabeldraaien
45 kabeldraaien
46 kabelgedraaid
47 kabelgedraaid
48 kabelgedraaid
49 kabelgedraaid
50 kabelgedraaid
51 kabelgedraaid
52 kabel
kabelslaan (9) | Verb
1 kabelslaan
2 kabelslaand
3 kabelgeslagen
4 kabel
5 kabel
6 kabel
7 kabel
8 kabel
9 kabel
10 kabelgeslagen
11 kabelgeslagen
12 kabelgeslagen
13 kabelgeslagen
14 kabelgeslagen
15 kabelgeslagen
16 kabel
17 kabel
18 kabel
19 kabel
20 kabel
21 kabel
22 kabelgeslagen
23 kabelgeslagen
24 kabelgeslagen
25 kabelgeslagen
26 kabelgeslagen
27 kabelgeslagen
28 kabelslaan
29 kabelslaan
30 kabelslaan
31 kabelslaan
32 kabelslaan
33 kabelslaan
34 kabelgeslagen
35 kabelgeslagen
36 kabelgeslagen
37 kabelgeslagen
38 kabelgeslagen
39 kabelgeslagen
40 kabelslaan
41 kabelslaan
42 kabelslaan
43 kabelslaan
44 kabelslaan
45 kabelslaan
46 kabelgeslagen
47 kabelgeslagen
48 kabelgeslagen
49 kabelgeslagen
50 kabelgeslagen
51 kabelgeslagen
52 kabel