DictionaryForumContacts

Morphology analysis
actueel (148) | Adjective
actueel
actueele
actueeler
actueelers
actueelere
actueelst
actueelste
actueelen
actueel | Noun, masculine
actueel singular singular
actuelen plural plural
actuelen | Verb
1 aanactuelen
2 aanactuelend
3 aangeactueeld
4 actueel
5 actueelt
6 actueelt
7 actuelen
8 actuelen
9 actuelen
10 aangeactueeld
11 aangeactueeld
12 aangeactueeld
13 aangeactueeld
14 aangeactueeld
15 aangeactueeld
16 actueelde
17 actueelde
18 actueelde
19 actueelden
20 actueelden
21 actueelden
22 aangeactueeld
23 aangeactueeld
24 aangeactueeld
25 aangeactueeld
26 aangeactueeld
27 aangeactueeld
28 aanactuelen
29 aanactuelen
30 aanactuelen
31 aanactuelen
32 aanactuelen
33 aanactuelen
34 aangeactueeld
35 aangeactueeld
36 aangeactueeld
37 aangeactueeld
38 aangeactueeld
39 aangeactueeld
40 aanactuelen
41 aanactuelen
42 aanactuelen
43 aanactuelen
44 aanactuelen
45 aanactuelen
46 aangeactueeld
47 aangeactueeld
48 aangeactueeld
49 aangeactueeld
50 aangeactueeld
51 aangeactueeld
52 actueel