DictionaryForumContacts

Morphology analysis
welving (194) | Noun, feminine
welving singular singular
welvingen plural plural
welvangen | Verb
1 welvangen
2 welvangend
3 gewelvangen
4 welvang
5 welvangt
6 welvangt
7 welvangen
8 welvangen
9 welvangen
10 gewelvangen
11 gewelvangen
12 gewelvangen
13 gewelvangen
14 gewelvangen
15 gewelvangen
16 welving
17 welving
18 welving
19 welvingen
20 welvingen
21 welvingen
22 gewelvangen
23 gewelvangen
24 gewelvangen
25 gewelvangen
26 gewelvangen
27 gewelvangen
28 welvangen
29 welvangen
30 welvangen
31 welvangen
32 welvangen
33 welvangen
34 gewelvangen
35 gewelvangen
36 gewelvangen
37 gewelvangen
38 gewelvangen
39 gewelvangen
40 welvangen
41 welvangen
42 welvangen
43 welvangen
44 welvangen
45 welvangen
46 gewelvangen
47 gewelvangen
48 gewelvangen
49 gewelvangen
50 gewelvangen
51 gewelvangen
52 welvang