DictionaryForumContacts

Morphology analysis
vetplanten (12) | Verb
1 aanvetplanten
2 aanvetplantend
3 aangevetplant
4 vetplant
5 vetplant
6 vetplant
7 vetplanten
8 vetplanten
9 vetplanten
10 aangevetplant
11 aangevetplant
12 aangevetplant
13 aangevetplant
14 aangevetplant
15 aangevetplant
16 vetplantte
17 vetplantte
18 vetplantte
19 vetplantten
20 vetplantten
21 vetplantten
22 aangevetplant
23 aangevetplant
24 aangevetplant
25 aangevetplant
26 aangevetplant
27 aangevetplant
28 aanvetplanten
29 aanvetplanten
30 aanvetplanten
31 aanvetplanten
32 aanvetplanten
33 aanvetplanten
34 aangevetplant
35 aangevetplant
36 aangevetplant
37 aangevetplant
38 aangevetplant
39 aangevetplant
40 aanvetplanten
41 aanvetplanten
42 aanvetplanten
43 aanvetplanten
44 aanvetplanten
45 aanvetplanten
46 aangevetplant
47 aangevetplant
48 aangevetplant
49 aangevetplant
50 aangevetplant
51 aangevetplant
52 vetplant
vetplant | Noun, feminine
vetplant singular singular
vetplanten plural plural