DictionaryForumContacts

Morphology analysis
Uitrek (2) | Noun, masculine
Uitrek singular singular
Uitrekken plural plural
uitrekken (152) | Verb
1 uitrekken
2 uitrekkend
3 uigetrokken
4 ui
5 ui
6 ui
7 ui
8 ui
9 ui
10 uigetrokken
11 uigetrokken
12 uigetrokken
13 uigetrokken
14 uigetrokken
15 uigetrokken
16 ui
17 ui
18 ui
19 ui
20 ui
21 ui
22 uigetrokken
23 uigetrokken
24 uigetrokken
25 uigetrokken
26 uigetrokken
27 uigetrokken
28 uitrekken
29 uitrekken
30 uitrekken
31 uitrekken
32 uitrekken
33 uitrekken
34 uigetrokken
35 uigetrokken
36 uigetrokken
37 uigetrokken
38 uigetrokken
39 uigetrokken
40 uitrekken
41 uitrekken
42 uitrekken
43 uitrekken
44 uitrekken
45 uitrekken
46 uigetrokken
47 uigetrokken
48 uigetrokken
49 uigetrokken
50 uigetrokken
51 uigetrokken
52 ui