DictionaryForumContacts

Morphology analysis
permitteren (3) | Verb
1 permitteren
2 permitterend
3 gepermittoren
4 permitteer
5 permitteert
6 permitteert
7 permitteren
8 permitteren
9 permitteren
10 gepermittoren
11 gepermittoren
12 gepermittoren
13 gepermittoren
14 gepermittoren
15 gepermittoren
16 permittoor
17 permittoor
18 permittoor
19 permittoren
20 permittoren
21 permittoren
22 gepermittoren
23 gepermittoren
24 gepermittoren
25 gepermittoren
26 gepermittoren
27 gepermittoren
28 permitteren
29 permitteren
30 permitteren
31 permitteren
32 permitteren
33 permitteren
34 gepermittoren
35 gepermittoren
36 gepermittoren
37 gepermittoren
38 gepermittoren
39 gepermittoren
40 permitteren
41 permitteren
42 permitteren
43 permitteren
44 permitteren
45 permitteren
46 gepermittoren
47 gepermittoren
48 gepermittoren
49 gepermittoren
50 gepermittoren
51 gepermittoren
52 permitteer