English ⇄ Dutch

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z   <<  >>

Terms for subject Economy (18432 entries)

a fair competition	de eerlijkheid in de mededinging
a high level of employment and a stable level of prices	een hoge graad van werkgelegenheid en een stabiel prijspeil
a joint effort undertaken without delay	een onverwijlde gemeenschappelijke inspanning
a lead market initiative for Europe	Europees initiatief voor leidende markten
a legally enforceable equivalence between the euro and the national units	een wettelijk afdwingbare equivalentie tussen de euro en de nationale munteenheden
a level of market prices comparable with the level recorded	een marktprijspeil dat vergelijkbaar is met het geconstateerde peil
a natural preference between Member States	een natuurlijke Preferentie tussen de Lid-Staten
a non-united Europe	het niet-bestaande Europa
a product which has not been liberalised	een niet-geliberaliseerd produkt
a reference period	een referentieperiode
A resource-efficient Europe	een hulpbronnenefficiënt Europa
A resource-efficient Europe	efficiënt gebruik van hulpbronnen
A roadmap to stability and growth	Een routekaart voor stabiliteit en groei
a sector closely linked with the economy as a whole	een met de gehele economie nauw verweven sector
a serious disturbance.	ernstige storingen
a single currency	één geldeenheid
a single currency	één munteenheid
a sole currency	één munteenheid
a sole currency	één geldeenheid
a standard of living abnormally low	een abnormaal lage levensstandaard