 |
verb | verb | to phrases
| |||
| schieten; beuken (Daarna zag ik dat Adam de man met zijn vuist in het gezicht beukte – Потом я увидел, что Адам ударил этого человека кулаком в лицо Janneke Groeneveld); aanbonzen (tegen-об); doorslaan; flappen; klappen; slaan; stoten; toeslaan; toesteken (ножом); deppen (ms.lana); beuken (Daarna zag ik dat Adam de man met zijn vuist in het gezicht beukte Потом я увидел, что Адам ударил этого человека кулаком в лицо Janneke Groeneveld) | |||
priegelen (= rammelen, slaan
een pak slaag geven. Pak slaag, stokslagen.
Thans in Nederl. in onbruik.
: Klaar priegelde
met het deksel tot haar oma pot en deksel van haar overnam
 vlaamswoordenboek.be Сова) | |||
| aanslaan (по струнам, клавишам и т.п.) | |||
| |||
| aanbonzen (tegen-об); aanslaan; aanstoten; stoten; stuiten | |||
| ударять: 10 phrases in 1 subject |
| General | 10 |