DictionaryForumContacts

   German
Google | Forvo | +
noun | verb | to phrases
Marke f =, -n
commun., transp. landmerk n
construct. peil n
earth.sc. verstelbare aanslag
life.sc. afleesstreep; baaknonius
Marke v =, -n
gen. identificatiesymbool
commun. selektiemerkteken
commun., transp. merk; teken; zeemerk
cultur., life.sc. meetmerk; vlottend merkpunt; zwevend meetmerk
fin. handelsmerk; warenmerk
hobby penning; speelpenning
IT markeerimpuls; merkteken; marker
IT, dat.proc. identificator
IT, lab.law. merknaam
IT, tech. identificatie-aanhangsel
life.sc. index
mater.sc., industr., construct. merkstreep
Marker v
chem. verklikstof
comp., MS markering
IT markeerimpuls
transp., avia. merkteken; merkbaken
Mark v =, =
gen. merg
construct. hart van het hout
Marken v
econ. Marche
Märk v
agric., industr. merk
Markt v -(e)s, Märkte
econ. markt
 German thesaurus
mark. abbr.
abbr. markieren; markiert
Mark. abbr.
abbr. Markierung
abbr., econ. Marketing
Marke: 422 phrases in 34 subjects
Agriculture13
Business1
Chemistry4
Commerce15
Communications10
Economy35
Electronics1
Energy industry1
Finances106
Food industry1
General23
Health care12
Industry3
Information technology9
Insurance5
International trade1
Law108
Life sciences1
Marketing14
Mechanic engineering3
Medical11
Metallurgy1
Microsoft1
Municipal planning1
Natural sciences2
Nuclear physics1
Obsolete / dated2
Patents27
Pharmacy and pharmacology4
Social science1
Statistics1
Transport1
Wood processing1
Work flow2