Terms containing op

Subject	Dutch	Russian
gen.	A ligt op vijf kilometer van B	А в пяти километрах от Б (Ukr)
gen.	aankijken op	делать козлом отпущения (ms.lana)
gen.	aankijken op	делать ответственным виноватым за чужие грехи (ms.lana)
gen.	aanspraak hebben op	иметь право требовать
gen.	aanspraak maken op	претендовать на
gen.	aanspraak maken op	претендовать на что-л. (Надушка)
gen.	acht slaan op	обращать внимание на
gen.	afgaan op	быть уверенным (ms.lana)
gen.	afgaan op	доверять (ms.lana)
gen.	afgaan op	полагаться (ms.lana)
gen.	afgestemd op iets	в соответствии с чем-л. (Alexander Oshis)
gen.	afgeven op iets, iem.	поносить (кого-л., в его отсутствие)
gen.	afgeven op iets, iem.	злословить
gen.	afgeven op iets, iem.	ругать (что-л., кого-л.)
gen.	afspringen op iem.	бросаться (к кому-л.)
gen.	afstemmen op	согласовать (ЛА)
gen.	afstemmen op	настроить на (ЛА)
gen.	allen op een leest schoeien	мерить всех одной меркой
gen.	allen op een leest schoeien	ставить всех на одну доску
gen.	alles komt op hem aan	всё зависит от него
gen.	alles komt op mij neer	я отвечаю за всё
gen.	alles komt op mij neer	всё зависит от меня
gen.	alles op een kaart zetten	поставить всё на карту
gen.	alles op haren en snaren zetten	приложить все усилия
gen.	alles staat op losse schroeven	всё это висит в воздухе
gen.	alles staat op losse schroeven	всё это неопределённо
gen.	als een snoek op zolder	беспомощный, как рыба на суше
gen.	altijd op hetzelfde aambeeld slaan aambeeld	твердить всё время одно и то же
gen.	bezeten zijn op iets	помешаться на (чём-л.)
gen.	bezeten zijn op iem.	быть сильно влюблённым (в кого-л.)
gen.	bezeten zijn op iets	сходить с ума по (чему-л.)
gen.	bezetting op de borst	одышка (вследствие простуды)
gen.	brieven op de bus doen	опускать письма в ящик
gen.	controle uitoefenen op...	контролировать
gen.	controle uitoefenen op...	осуществлять контроль (над)
gen.	daar heb ik geen kijk op	об этом я не могу судить
gen.	dat is de mijl op zeven	это долгая история
gen.	dat is een dubbeltje op zijn kant	это висит на волоске
gen.	dat kan zo niet op den duur	это не может долго продолжаться
gen.	dat komt op 't zelfde neer	это сводится к тому же самому
gen.	dat lucht op!	какое облегчение! (4uzhoj)
gen.	dat lucht op	вот это облегчение! (4uzhoj)
gen.	dat lucht op	тебе/вам станет легче (4uzhoj)
gen.	dat lucht op	тебе/вам полегчает (4uzhoj)
gen.	dat was een steeg op mij	это был камень в мой огород
gen.	dat werkt op mijn zenuwen	это действует мне на нервы
gen.	dit woord ligt me op de tong	это слово вертится у меня на языке
gen.	doe de deur op de knip	закрой дверь на засов
gen.	doorwegen op	Оказывать влияние на (Allegrra)
gen.	een beroep doen op	апеллировать (Agfare)
gen.	een beroep doen op	подавать апелляцию (Agfare)
gen.	iem. een bril op de neus zetten	наставить кого-л. на путь истинный
gen.	iem. een bril op de neus zetten	отчитать (кого-л.)
gen.	iem. een bril op de neus zetten	сбить кого-л. с толку
gen.	een dronk op iem. instellen	провозглашать тост
gen.	een kijk hebben op	иметь взгляд на (ms.lana)
gen.	een kijk op iets hebben	иметь понятие о (чём-л.)
gen.	een kijk op iets hebben	иметь представление о (чём-л.)
gen.	een kind op schoot zetten	сажать ребёнка на колени
gen.	een klad op iemands naam werpen	опорочить (кого-л.)
gen.	een klad op iemands naam werpen	бросить тень на чью-л. репутацию
gen.	een klop op de deur	стук в дверь
gen.	iem. een knip op de neus zetten	ограничивать свободу действий (кого-л.)
gen.	iem. een knip op de neus zetten	не давать кому-л. ходу
gen.	iem. een knip op de staart zetten	ограничивать свободу действий (кого-л.)
gen.	iem. een knip op de staart zetten	не давать кому-л. ходу
gen.	iem. een leugen op de mouw spelden	обмануть (кого-л.)
gen.	iem. een leugen op de mouw spelden	налгать (кому-л.)
gen.	een majoor op non-activiteit	майор резерва
gen.	een majoor op non-activiteit	майор запаса
gen.	een nieuwe koers op politiek gebied	новый курс политики
gen.	een nieuwe koers op politiek gebied	новое направление
gen.	een op zichzelf staand geval	отдельный случай
gen.	een op zichzelf staand geval	единичный случай
gen.	een pak op de krimp kopen	купить широкий костюм (в расчёте на то, что он сядет)
gen.	een plcister op de wonde leggen	облегчить страдания
gen.	iem. een pluim op zijn hoed steken	льстить (кому-л.)
gen.	iem. een pluim op zijn hoed steken	хвалить (кого-л.)
gen.	een prijs op iemands hoofd stellen	оценить голову
gen.	een prijs op iemands hoofd stellen	обещать награду за задержание (преступника)
gen.	een prijs op iemands hoofd zetten	оценить чью-л. голову
gen.	iem. een recht betwisten op	отрицать право кого-л. на
gen.	een schaduw op iets werpen	бросить тень (на что-л.)
gen.	een smet werpen op iem.	опозорить (кого-л.)
gen.	een smet werpen op iem.	запятнать
gen.	een stempel drukken op iets	наложить отпечаток на что-л (alenushpl)
gen.	een terugblik werpen op iets	оглядываться (на что-л.)
gen.	een toeslag op het loon	прибавка к заработной плате
gen.	een uitzondering op iets, iem. vormen	делать исключение из (правила ms.lana)
gen.	iem. een veer op zijn muts steken	сделать комплимент (кому-л.)
gen.	iem. een veer op zijn muts steken	похвалить (кого-л.)
gen.	een vergezicht op een rivier	вид на реку
gen.	een verzoekschrift op zegel	прошение на гербовой бумаге
gen.	een voorsprong op iem. hebben	быть впереди кого-л. в (чём-л.)
gen.	een voorsprong op iem. hebben	иметь преимущество перед (кем-л.)
gen.	een wakend oog hebben op iem.	зорко следить за (кем-л.)
gen.	een wissel betaalbaar op zicht	вексель, подлежащий оплате по предъявлении
gen.	een wissel op kortzicht	краткосрочный вексель
gen.	een zegel op iets drukken	прикладывать печать (к чему-л.)
gen.	er de plak op leggen	наказывать
gen.	ergens vast op gaan	полагаться на что-л. с уверенностью
gen.	iemands geduld op de proef stellen	испытывать чьё-л. терпение
gen.	geen vat op iem. hebben	не иметь влияния (на кого-л.)
gen.	gek op jou	схожу по тебе с ума (nikolay_fedorov)
gen.	gek op jou	без ума от тебя (nikolay_fedorov)
gen.	gelijken op	быть похожим (на кого-л.)
gen.	gelijken op	походить
gen.	glossen op iets maken	насмехаться над (чем-л.)
gen.	glossen op iets maken	судить и рядить о (чём-л.)
gen.	haar op de tanden hebben	быть зубастым
gen.	heel wat op de schouders hebben	иметь большой опыт
gen.	het accent leggen op iets	акцентировать (что-л.)
gen.	het accent leggen op iets	подчёркивать
gen.	het niet op iem., iets begrepen hebben	недолюбливать
gen.	het op de heup en hebben	капризничать
gen.	het vooruitzicht op iets hebben	надеяться (на что-л.)
gen.	hij had de kraag van zijn jas op	у него был поднят воротник пальто
gen.	hij heeft het op mijn beurs verzien	он рассчитывал на мой карман
gen.	hij heeft iets op zijn kerfstok	у него рыльце в пушку (oxiarh)
gen.	hij hoort hier op tijd te zijn	он должен быть вовремя
gen.	hij is bezet op de borst	он сильно простудился
gen.	hij is daar op zijn kantoor	он там чувствует себя как рыба в воде
gen.	hij is er bij als de bok op de haverkist	он упёрся как бык
gen.	hij is lekker op vis	он любитель рыбы
gen.	hij is niet zuiver op de graat	он нечестный человек
gen.	hij is niet zuiver op de graat	он ненадёжный человек
gen.	hij is op	он встал (с постели)
gen.	hij is op alles bedacht	он всё предусмотрел
gen.	hij is op alles bedacht	он всё учёл
gen.	hij is op alles bedacht	он всё продумал
gen.	hij is op de gedachte gekomen	ему пришла в голову мысль
gen.	hij is op het glazen bruggetje geweest	он был на волосок от смерти
gen.	hij is veranderd als een blad op een boom	он совершенно изменился
gen.	hij keek lelijk op zijn neus	он был очень смущён
gen.	hij keek lelijk op zijn neus	он был очень озадачен
gen.	hij kreeg de kous op de kop	он потерпел неудачу
gen.	hij kreeg nul op 't request	он получил отказ
gen.	hij liegt tegen de klippen op	он врёт и не краснеет
gen.	hij liegt tegen de klippen op	он нахально врёт
gen.	hij lijdt als winterkoren op het veld	он ужасно страдает
gen.	hij wordt geschat op vier ton	его состояние оценивается в 400 000 гульденов
gen.	hij zal dat hooi wel op zijn gaffel krijgen	он с этим пожалуй справится
gen.	hij ziet op geen gulden	он денег не жалеет
gen.	hij zou op een halve cent doodblijven	он из-за копейки готов удавиться
gen.	hij zou op een halve cent doodblijven	он очень скупой
gen.	hopen op	надеяться на что-л. (Irairatje)
gen.	ieder op zijn beurt	каждому своё время
gen.	iemand op de hoogte houden	держать в курсе дела (ЛА)
gen.	iemand op iets vastpennen	поймать на слове (ЛА pom)
gen.	iemand op rantsoen stellen/zetten	посадить на паек (Сова)
gen.	ingaan op	реагировать на (жалобу YaP)
gen.	ingaan op	принять во внимание (YaP)
gen.	ingaan op	ответить на (запрос YaP)
gen.	ingaan op	реагировать н (запрос, жалобу, предложение YaP)
gen.	inspelen op	соответственно реагировать про\на... (Rattlemouse)
gen.	interest op interest	процент на процент
gen.	je kunt er niet op aan	на это нельзя рассчитывать/полагаться (Ukr)
gen.	klaar om op te stijgen	готовый к вылету (о самолёте)
gen.	koop op crediet	покупка в кредит
gen.	koop op monster	покупка по образцам
gen.	kop op!	держи голову выше
gen.	kop op!	не падай духом
gen.	kop op	выше голову (ms.lana)
gen.	kritiek hebben op	критиковать кого-л/что-л (alenushpl)
gen.	kritiek hebben op	подвергать кого-л/что-л критике (alenushpl)
gen.	kritiek op iets uitoefenen	критиковать (alenushpl)
gen.	kritiek op iets uitoefenen	подвергать что-л. критике
gen.	kunnen bogen op	может гордиться (Hij kan erop bogen de beroemdste voetballer te zijn. - Он может гордиться тем, что он самый известный футболист. ElizavetaRijk)
gen.	kwaad zijn op	сердиться на (Pippi Lotta)
gen.	laag op iem. neerzien	смотреть презрительно на (кого-либо)
gen.	laag op iem. neerzien	смотреть свысока на (кого-либо)
gen.	let op	обратите внимание (nerzig)
gen.	let op	внимание (nerzig)
gen.	let op de tram!	берегись трамвая!
gen.	meer dan een pijl op zijn boog hebben	иметь в своём распоряжении различные средства для достижения цели
gen.	mensen op de been brengen	привлекать людей куда-л. н-р, на выставку (irinapunt)
gen.	mensen op de been brengen	заботиться о том, чтобы народ пришёл (irinapunt)
gen.	met/op blote voeten	босой (alenushpl)
gen.	met volle zeilen op zijn doel afgaan	стремительно идти к своей цели
gen.	neerkijken op	смотреть сверху вниз, смотреть свысока (пани Катарина)
gen.	nu ben ik goed op gang	у меня работа спорится
gen.	ontdooide plek op de grond	проталина (Vasstar)
gen.	onze suiker is op	у нас вышел весь сахар
gen.	op iets aangewezen zijn	быть вынужденным
gen.	iem. op iets aanzien	подозревать кого-л. в (чём-л.)
gen.	op adem komen	отдышаться
gen.	op adem komen	передохнуть
gen.	op baars vissen	ловить рыбу на окуня
gen.	op beiderlei wijs	двояким образом
gen.	op bezoek zijn	быть в гостях
gen.	iets op borg kopen	покупать в кредит
gen.	op de been blijven	держаться на ногах
gen.	iem. op de hielen zitten	преследовать кого-л. по пятам
gen.	op de lat halen	брать в долг
gen.	op de tocht zitten	сидеть на сквозняке
gen.	op de uitkijk staan	стоять на вахте
gen.	op de uitkijk staan	стоять на страже
gen.	op de uitkijk staan	наблюдать
gen.	iem. op de vingers zien	следить за (кем-л.)
gen.	iem. op de vingers zien	зорко наблюдать
gen.	op de voorgrond staan	быть на переднем первом плане
gen.	op dezelfde voet voortzetten	продолжать на тех же основаниях
gen.	op diefstal betrappen	поймать на воровстве
gen.	op dreef brengen	приводить в движение
gen.	op dreef zijn	быть в ударе
gen.	op iem. drinken	пить за чьё-л. здоровье
gen.	iem. op een ambacht doen bij...	отдать кого-л. в учение к...
gen.	op een deur bonzen	стучаться в дверь
gen.	op een dwaalspoor brengen	вводить в заблуждение (Ukr)
gen.	op een dwaalspoor zitten	находиться в заблуждении (Ukr)
gen.	op een gebruiksvriendelijke manier	удобным для пользователя способом (Alexander Oshis)
gen.	op een haar na	чуть-чуть
gen.	op een haartje	чуть-чуть
gen.	op een haartje	точь-в-точь
gen.	iets op een hoge markt kopen	купить что-л. по дорогой цене
gen.	op een houtje bijten	питаться манной небесной (oxiarh)
gen.	op een leugen betrappen	уличить во лжи
gen.	op een lijn stellen	ставить в один ряд
gen.	iets op een losse papier opschrijven	записать что-л. на отдельном листке (alenushpl)
gen.	op een punt staan te	собираться, намереваться (Сова)
gen.	op een rij zetten	упорядочить (bv.: ik moet de dingen op een rijtje zetten = er eens over nadenken Stasje)
gen.	iem. op een tentoonstelling rondleiden	показывать выставку (кому-л.)
gen.	op een tijdschrift intekenen	подписаться на журнал
gen.	op een zandbank lopen	сесть на мель
gen.	op een zandbank verzeilen	наскочить на мель
gen.	op elkaar aangewezen zijn	зависеть друг от друга (Сова)
gen.	op elkaar inrijden	наезжать
gen.	op elkaar inrijden	сталкиваться
gen.	op elkaar lijken als het ene ei op het andere	быть похожим друг на друга как две капли воды
gen.	op elkaar lijken als twee druppels water	походить друг на друга как две капли воды
gen.	op en af	вверх и вниз
gen.	op en af, op en neer	вверх и вниз
gen.	op en afstappen	ходить взад и вперёд
gen.	op en neer	вверх и вниз
gen.	op ergerlijke wijze	возмутительным образом
gen.	op flessen trekken	разливать по бутылкам
gen.	op iem., iets gecharmeerd zijn	быть очарованным (кем-л., чем-л.)
gen.	op gevaar af	рискуя
gen.	op gezag van	ссылаясь (на кого-л.)
gen.	op gloeiende kolen zitten	сидеть как на угольях
gen.	op goed af spelen	пытаться свести игру вничью
gen.	op grote voet leven	жить на широкую ногу
gen.	op handen zijn	предстоять
gen.	op het... af	чуть ли не (Сова)
gen.	op het Binnenhof zitten	быть членом парламента
gen.	op het droge zitten	сидеть на мели (о судне)
gen.	op het gehoor spelen	играть по слуху
gen.	op het getouw zetten	заправлять станок
gen.	op het getouw zetten	натягивать основу на станок
gen.	op het gevoel	ощупью
gen.	op het kantje af	едва не
gen.	op het kantje af	чуть не
gen.	op het koord dansen	ходить по канату (в цирке)
gen.	iem. op het kussen helpen	помочь (кому-л.)
gen.	op het kussen raken	прийти к власти
gen.	op het land wonen	жить в деревне
gen.	op het lijmstokje	клейкая палочка для ловли птиц
gen.	op het lijmstokje vliegen	дать заманить себя
gen.	op het loon inhouden	вычитать из заработной платы (Bij werknemers wordt pensioenpremie ingehouden op het loon - Пенсионные взносы сотрудников вычитаются из их заработной платы Alexander Oshis)
gen.	op het nippertje	едва
gen.	op het oorlogspad zijn	сражаться
gen.	op het punt staan	намереваться
gen.	op het punt staan	находиться на грани (van-чего-л.)
gen.	iem. op het schild verheffen	поднимать на щит (кого-л.)
gen.	op het spel staan	поставить на карту (Ukr)
gen.	iets op het spel zetten spel	рисковать (чем-л.)
gen.	iets op het spel zetten spel	поставить что-л. на карту
gen.	op heter daad betrappen	застать на месте преступления
gen.	op heterdaad betrappen	поймать на месте преступления
gen.	op heterdaad betrapt worden	попасться на месте преступления
gen.	op hoge poten weggaan	уйти в гневе
gen.	op hoge toon spreken	говорить в повышенном тоне
gen.	op hol gaan	понести (о лошади)
gen.	op hol raken	понести (о лошади)
gen.	op hol slaan	понести (о лошади)
gen.	op hol slaan	разыграться (о воображении harassmenko)
gen.	op hol zijn	понести (о лошади)
gen.	op iem. inlopen	нападать (на кого-л.)
gen.	op interest plaatsen	поместить деньги под проценты
gen.	op iets inviteren	намекать (на что-л.)
gen.	op kaart brengen	наносить на карту
gen.	op kaart brengen	картографировать
gen.	op kamers wonen	жить в меблированных комнатах
gen.	op kantoor zitten	быть конторщиком
gen.	op iets klinken	выпить (за что-л.)
gen.	op komst zijn	наступать
gen.	op komst zijn	приближаться
gen.	op komst zijn	надвигаться
gen.	op kousevoeten lopen	ходить в одних чулках
gen.	op laag pitje staan	идти к черту (reverso.net Сова)
gen.	op laag pitje staan	готовиться на медленном огне (reverso.net Сова)
gen.	op laag pitje staan	откладывать в долгий ящик (reverso.net Сова)
gen.	op laag pitje staan	отодвигаться на задний план (reverso.net Сова)
gen.	op leeftijd	пожилой (veterpelemen)
gen.	op iem. losgaan	бросаться (на кого-л.)
gen.	op iem. losgaan	наступать (на кого-л.)
gen.	op mijn eer!	честное слово!
gen.	op muilen lopen	ходить в комнатных туфлях
gen.	op ээn hand te tellen zijn	пальцев одной руки хватит пересчитать (slot)
gen.	op iem. neerzien	смотреть на кого-л. сверху вниз
gen.	op iemands nek zitten	сидеть у кого-л. на шее
gen.	op ons chapiter terugkomen	вернуться к нашей теме
gen.	op pad zijn	быть на ногах
gen.	op pari staan	быть равным номинальной стоимости
gen.	op peil blijven	держаться на уровне (alenushpl)
gen.	op peil blijven	оставаться на уровне (alenushpl)
gen.	op peil brengen	доводить до уровня
gen.	op peil houden	держать на уровне
gen.	op prijs houden	удерживать цену (на)
gen.	op prijs stellen	ценить (Een safaritent is voor mensen die enige luxe op prijs stellen en daarvoor ook willen betalen. Je hoeft geen cadeau mee te nemen als je bij iemand gaat eten, maar een bosje bloemen stellen de meeste mensen wel op prijs. Wieringa)
gen.	iets op prijs stellen iets	придавать значение (чему-л.)
gen.	iets op prijs stellen iets	ценить
gen.	op iets reflecteren	обращать внимание (на что-л.)
gen.	op reis	дорогой
gen.	op reis gaan	уезжать
gen.	op reis gaan	отправляться в путь
gen.	op reis zijn	быть в дороге
gen.	op rekening kopen	покупать в кредит
gen.	op iemands rekening schrijven	записывать на чей-л. счёт
gen.	op rekening stellen	записывать на счёт
gen.	op rente zetten	отдавать под проценты
gen.	op retour zijn	возвращаться
gen.	op rijm	рифмованный
gen.	op rijm brengen	рифмовать
gen.	op rozen gaan	жить в довольстве
gen.	op rozen wandelen	блаженствовать
gen.	op salet zitten	сидеть чинно
gen.	op salet zitten	сидеть как на именинах
gen.	opiem.schieten	стрелять в кого-либо (vb: de soldaat schoot op de vijand Stasje)
gen.	op schildwacht staan	стоять на часах
gen.	op schrift stellen	занести на бумагу (Сова)
gen.	op schrift stellen	изложить в письменном виде (Сова)
gen.	op schrift zetten	записывать
gen.	op slot doen	запирать на замок
gen.	op staal kopen	покупать по образцу
gen.	op stap gaan	пуститься в путь
gen.	iets op stapel leggen	начать что-л. делать (juliab.copyright)
gen.	iets op stapel leggen	приступить к чем-л. (juliab.copyright)
gen.	iets op stapel zetten	начать что-л. делать (juliab.copyright)
gen.	iets op stapel zetten	приступить к чем-л. (juliab.copyright)
gen.	op stel en sprong	немедленно
gen.	op sterfbed liggen	лежать на смертном одре (ms.lana)
gen.	op stoot zijn	быть в ударе (Сова)
gen.	op stoot zijn	см. op dreef zijn (Сова)
gen.	iem. op straat zetten	выбросить кого-л. на улицу
gen.	op streek komen	поправляться
gen.	op streek zijn	быть в ударе
gen.	iem. op stro leggen	разорить (кого-л.)
gen.	op 't hart binden	настоятельно советовать
gen.	op 't idee komen om...	прийти к мысли, что...
gen.	op 't idee komen om...	натолкнуться на мысль
gen.	op tal van wijzen	многими способами (Сова)
gen.	iets op touw zetten	устраивать (что-л.)
gen.	iets op touw zetten	затевать (что-л.)
gen.	op uw gezondheid! gezondheid!	будьте здоровы! (после чиханья)
gen.	op iets verdacht zijn	считаться с (чем-л.)
gen.	op iets verdacht zijn	принимать что-л. во внимание
gen.	op iets verdacht zijn	иметь что-либо в виду
gen.	op iem. vertrouwen	рассчитывать (на кого-л.)
gen.	op iem. vertrouwen	полагаться
gen.	op visite zijn	быть в гостях
gen.	op voet van gel ijkheid met iem. staan	быть с кем-л. на равной ноге
gen.	op voet van gelijkheid met iem. omgaan	относиться к кому-л. как к равному
gen.	op voet van gelijkheid met iem. omgaan	быть на равной ноге (с кем-л.)
gen.	iem. op iets voorbereiden	подготовлять (кого-л., к чему-л.)
gen.	op vrije voeten stellen	освобождать
gen.	op vrije voeten stellen	выпускать
gen.	iem. op vrije voeten stellen	освободить (кого-л.)
gen.	op waarheid berusten	основываться на правде (alenushpl)
gen.	op wraak zinnen	замышлять месть
gen.	op z' achterste benen gaan staan	встать на дыбы
gen.	op z' achterste benen gaan staan	разъяриться
gen.	op z' karkas krijgen	быть побитым
gen.	iets op zich laden	навлекать на себя
gen.	iets op zich laden	обременять себя
gen.	iets op zich nemen	браться (за что-л.)
gen.	iets op zich nemen	принимать на себя
gen.	op zich zelf staan	быть представленным самому себе
gen.	op zich zelf toepassen	принимать на свой счёт
gen.	op zicht zenden	посылать для осмотра
gen.	op zijde gaan	отходить (в сторону)
gen.	op zijde schuiven	отодвигать (в сторону)
gen.	op zijn achterhoofd gevallen	быть с прибабахом (=gek Сова)
gen.	op zijn achterste poten gaan staan	воспротивиться
gen.	op zijn achterste poten gaan staan	встать на дыбы
gen.	iem. op zijn baadje geven	поколотить (кого-л.)
gen.	op zijn baadje krijgen	получить побои
gen.	op zijn baadje krijgen	получить затрещину
gen.	iem. op zijn bast geven	поколотить (кого-л.)
gen.	iem. op zijn bast geven	надавать кому-либо по шее
gen.	iem. op zijn bliksem geven	избить (кого-л.)
gen.	iem. op zijn dak komen	задать жару (кому-л.)
gen.	op zijn eigen voeten staan	быть самостоятельным
gen.	op zijn elf en elfendertigst	черепашьим шагом
gen.	iem. op zijn falie geven	побить (кого-л.)
gen.	iem. op zijn falie geven	поколотить
gen.	iem. op zijn flikker geven	отлупить (кого-л.)
gen.	op zijn flikker geven	дать по шее (oxiarh)
gen.	iem. op zijn flikker geven	отколотить
gen.	iem. op zijn flikker slaan	намять бока (oxiarh)
gen.	iets op zijn geweten hebben	иметь на душе
gen.	iets op zijn geweten hebben	иметь на совести
gen.	op zijn grootscheeps leven	жить на широкую ногу
gen.	op zijn hoede zijn	быть начеку
gen.	op zijn hoede zijn	остерегаться
gen.	op zijn hurken zitten	сидеть на корточках
gen.	op zijn lauweren rusten	почивать на лаврах
gen.	op zijn mieter krijgen	получить взбучку
gen.	op zijn muts krijgen	получить нахлобучку
gen.	op zijn muts krijgen	быть побитым
gen.	op zijn muts krijgen	получить по шапке
gen.	op zijn nadag zijn	стариться
gen.	op zijn nadag zijn	стареть
gen.	iem. op zijn nek geven	побить (кого-л.)
gen.	iem. op zijn nek geven	надавать по шее
gen.	op zijn neus kijken	быть озадаченным (чем-л.)
gen.	op zijn plaats leggen	класть на место
gen.	op zijn ponteneur staan	сделать из чего-л. вопрос чести (vlaams_vrouwe)
gen.	op zijn poot spelen	шуметь
gen.	op zijn poot spelen	скандалить
gen.	op zijn pootjes terechtkomen	кончаться благополучно
gen.	op zijn post blijven	оставаться на своём посту
gen.	iets op zijn poten stellen	уладить дело
gen.	iets op zijn poten zetten	уладить дело
gen.	op zijn praatstoel zitten	сесть на своего любимого конька
gen.	op zijn stokpaard rijden	осёдлать своего конька
gen.	op zijn stokpaardje rijden	осёдлать своего конька
gen.	op zijn stuk blijven staan	настаивать на своём
gen.	op zijn tabernakel krijgen	получить на орехи
gen.	op zijn verhaal komen	поправляться
gen.	op zijn vet teren	жить на свой средства
gen.	iem. op zijn voorman zetten	задавать головомойку
gen.	op zijn vroeger leven terugzien	оглянуться на свою прошлую жизнь
gen.	op zijn wambuis krijgen	быть побитым
gen.	op zijn wambuis krijgen	получить побои
gen.	iem. op zijn woord geloop	верить кому-л. на слово
gen.	iem. op zijn ziel slaan	избить (кого-л.)
gen.	iem. op zijn ziel slaan	бить (кого-л.)
gen.	op zodanige wijze	таким образом
gen.	op zodanige wijze	подобным образом
gen.	op zoek gaan	отправиться на поиски
gen.	op zoek zijn	быть в поисках (nerzig)
gen.	op zoek zijn	находиться в поиске (nerzig)
gen.	op zoek zijn	искать (nerzig)
gen.	op zulk een wijze	таким образом
gen.	overeenkomen op ondernemingsvlak	договориться на уровне предприятия (olga.greenwood)
gen.	overgaan in, uitlopen op revolutie, gevechten	вылиться (Ukr)
gen.	overwinning behalen op iets	одержать победу над (Inessazhk)
gen.	parodie op iets	пародия на что-то (alenushpl)
gen.	pas goed op jezelf	береги себя (ms.lana)
gen.	pas goed op jezelf	заботься о себе (ms.lana)
gen.	pas maar op!	смотри же!
gen.	prijken stellen op iets	придавать значение (чему-л.)
gen.	prijken stellen op iets	ценить
gen.	slordig met/op het werk zijn	небрежно/неаккуратно относиться к работе (palske)
gen.	snoeken op zolder zoeken	напрасно стараться
gen.	spijkers op laag water zoeken	придираться к мелочам
gen.	spijkers op laag water zoeken	мелочно придираться
gen.	staat maken op	полагаться на
gen.	staat maken op	рассчитывать
gen.	stipt op tijd	вовремя (alenushpl)
gen.	stipt op tijd	точно по графику (alenushpl)
gen.	stipt op tijd komen	прийти точно вовремя (Ukr)
gen.	strijd op leven of dood	борьба не на жизнь, а на смерть
gen.	te staan komen op	стоить
gen.	te staan komen op	обходиться
gen.	teruggrijpen op	возвращаться к чему-л. (Marinali)
gen.	til de machine op en leg het viltje eronder	приподними машину и положи под неё войлок
gen.	toespelen op	намекать на
gen.	tuk op winst	корыстолюбивый
gen.	tuk op winst	жадный
gen.	uitgekeken zijn op	наиграться (Сова)
gen.	uitgekeken zijn op	насмотреться (uitgekeken zijn op ((iets of iemand) zo vaak hebben gezien dat je het, hem of haar niet meer mooi of leuk vindt): `We hebben de trampoline pas een paar weken, maar de kinderen zjin er nu al op uitgekeken. encyclo.nl Сова)
gen.	van de ene op de andere dag	изо дня в день (Сова)
gen.	van toepassing zijn op	применяться к, касаться, относиться к, подойти к, распространяться на (arsenija)
gen.	verliezen op grote schaal	крупномасштабные потери (Andrey Truhachev)
gen.	verliezen op grote schaal	масштабные потери (Andrey Truhachev)
gen.	vermoeden op iem. hebben	подозревать (кого-л.)
gen.	vinnig op iets zijn	страстно желать (чего-л.)
gen.	vlug op de koten	быстрый
gen.	iem. wat op zijn ribbenkast geven	побить (кого-л.)
gen.	iem. wat op zijn ribbenkast geven	бить (кого-л.)
gen.	wij er op af	мы идём туда
gen.	wij zijn op de "Prawda" geabonneerd	мы подписаны на "Правду"
gen.	wijn op fust	вино в бочках
gen.	wijze op deze wijwater	таким образом
gen.	wijzen op	свидетельствовать о (arsenija)
gen.	wijzen op	указывать на (palske)
gen.	zal ik je eens op je smoel slaan	по роже тебе что ли съездить? (Janneke Groeneveld)
gen.	zeg op, man!	ну говори же, ты/друг! (Ukr)
gen.	zicht op iets hebben	иметь надежды на что-л (alenushpl)
gen.	zicht op hebben	получить представление (Сова)
gen.	zicht op hebben	ознакомиться (Сова)
gen.	zicht op iets hebben	иметь виды на что-л. (alenushpl)
gen.	zinnen op	задумать (Родриго)
gen.	zinnen op	замышлять (Родриго)
gen.	zitten op	быть членом клуба, организации (Vroeger zat ik op voetbal. Wieringa)
gen.	zitten op iemands vingers te kijken	стоять над чьей-то душой (Родриго)
gen.	zitten op iemands vingers te kijken	сидеть над чьей-то душой (Родриго)
gen.	zuinig zijn op	беречь