DictionaryForumContacts

Morphology analysis
veeg (13) | Adjective
veeg
veege
veeger
veegers
veegere
veegst
veegste
veegen
vegen (10) | Verb
1 vegen
2 vegend
3 geveegd
4 veeg
5 veegt
6 veegt
7 vegen
8 vegen
9 vegen
10 geveegd
11 geveegd
12 geveegd
13 geveegd
14 geveegd
15 geveegd
16 veegde
17 veegde
18 veegde
19 veegden
20 veegden
21 veegden
22 geveegd
23 geveegd
24 geveegd
25 geveegd
26 geveegd
27 geveegd
28 vegen
29 vegen
30 vegen
31 vegen
32 vegen
33 vegen
34 geveegd
35 geveegd
36 geveegd
37 geveegd
38 geveegd
39 geveegd
40 vegen
41 vegen
42 vegen
43 vegen
44 vegen
45 vegen
46 geveegd
47 geveegd
48 geveegd
49 geveegd
50 geveegd
51 geveegd
52 veeg
veeg (21) | Noun, masculine
veeg singular singular
vegen plural plural
vegen (161) | Verb
1 aanvegen
2 aanvegend
3 aangeveegd
4 veeg
5 veegt
6 veegt
7 vegen
8 vegen
9 vegen
10 aangeveegd
11 aangeveegd
12 aangeveegd
13 aangeveegd
14 aangeveegd
15 aangeveegd
16 veegde
17 veegde
18 veegde
19 veegden
20 veegden
21 veegden
22 aangeveegd
23 aangeveegd
24 aangeveegd
25 aangeveegd
26 aangeveegd
27 aangeveegd
28 aanvegen
29 aanvegen
30 aanvegen
31 aanvegen
32 aanvegen
33 aanvegen
34 aangeveegd
35 aangeveegd
36 aangeveegd
37 aangeveegd
38 aangeveegd
39 aangeveegd
40 aanvegen
41 aanvegen
42 aanvegen
43 aanvegen
44 aanvegen
45 aanvegen
46 aangeveegd
47 aangeveegd
48 aangeveegd
49 aangeveegd
50 aangeveegd
51 aangeveegd
52 veeg