DictionaryForumContacts

Morphology analysis
Vastmaken (23) | Noun, neuter
Vastmaken singular singular
vastmaken (385) | Verb
1 vastmaken
2 vastmakend
3 vastgemaakt
4 vast
5 vast
6 vast
7 vast
8 vast
9 vast
10 vastgemaakt
11 vastgemaakt
12 vastgemaakt
13 vastgemaakt
14 vastgemaakt
15 vastgemaakt
16 vast
17 vast
18 vast
19 vast
20 vast
21 vast
22 vastgemaakt
23 vastgemaakt
24 vastgemaakt
25 vastgemaakt
26 vastgemaakt
27 vastgemaakt
28 vastmaken
29 vastmaken
30 vastmaken
31 vastmaken
32 vastmaken
33 vastmaken
34 vastgemaakt
35 vastgemaakt
36 vastgemaakt
37 vastgemaakt
38 vastgemaakt
39 vastgemaakt
40 vastmaken
41 vastmaken
42 vastmaken
43 vastmaken
44 vastmaken
45 vastmaken
46 vastgemaakt
47 vastgemaakt
48 vastgemaakt
49 vastgemaakt
50 vastgemaakt
51 vastgemaakt
52 vast