DictionaryForumContacts

Morphology analysis
beeldscherm (920) | Noun
beeldscherm singular singular
beeldscherm (28) | Noun, neuter
beeldscherm singular singular
beeldschermen plural plural
beeldschermen | Verb
1 aanbeeldschermen
2 aanbeeldschermend
3 aangebeeldschermd
4 beeldscherm
5 beeldschermt
6 beeldschermt
7 beeldschermen
8 beeldschermen
9 beeldschermen
10 aangebeeldschermd
11 aangebeeldschermd
12 aangebeeldschermd
13 aangebeeldschermd
14 aangebeeldschermd
15 aangebeeldschermd
16 beeldschermde
17 beeldschermde
18 beeldschermde
19 beeldschermden
20 beeldschermden
21 beeldschermden
22 aangebeeldschermd
23 aangebeeldschermd
24 aangebeeldschermd
25 aangebeeldschermd
26 aangebeeldschermd
27 aangebeeldschermd
28 aanbeeldschermen
29 aanbeeldschermen
30 aanbeeldschermen
31 aanbeeldschermen
32 aanbeeldschermen
33 aanbeeldschermen
34 aangebeeldschermd
35 aangebeeldschermd
36 aangebeeldschermd
37 aangebeeldschermd
38 aangebeeldschermd
39 aangebeeldschermd
40 aanbeeldschermen
41 aanbeeldschermen
42 aanbeeldschermen
43 aanbeeldschermen
44 aanbeeldschermen
45 aanbeeldschermen
46 aangebeeldschermd
47 aangebeeldschermd
48 aangebeeldschermd
49 aangebeeldschermd
50 aangebeeldschermd
51 aangebeeldschermd
52 beeldscherm