DictionaryForumContacts

Morphology analysis
uitzoomen (133) | Verb
1 uitzoomen
2 uitzoomend
3 uitzoomen
4 uitzoom
5 uitzoomt
6 uitzoomt
7 uitzoomen
8 uitzoomen
9 uitzoomen
10 uitzoomen
11 uitzoomen
12 uitzoomen
13 uitzoomen
14 uitzoomen
15 uitzoomen
16 uitzowam
17 uitzowam
18 uitzowam
19 uitzowamen
20 uitzowamen
21 uitzowamen
22 uitzoomen
23 uitzoomen
24 uitzoomen
25 uitzoomen
26 uitzoomen
27 uitzoomen
28 uitzoomen
29 uitzoomen
30 uitzoomen
31 uitzoomen
32 uitzoomen
33 uitzoomen
34 uitzoomen
35 uitzoomen
36 uitzoomen
37 uitzoomen
38 uitzoomen
39 uitzoomen
40 uitzoomen
41 uitzoomen
42 uitzoomen
43 uitzoomen
44 uitzoomen
45 uitzoomen
46 uitzoomen
47 uitzoomen
48 uitzoomen
49 uitzoomen
50 uitzoomen
51 uitzoomen
52 uitzoom