DictionaryForumContacts

Morphology analysis
openbaar (2919) | Adjective
openbaar
openbaare
openbaarder
openbaarders
openbaardere
openbaarst
openbaarste
openbaaren
openbaarmaken (36) | Verb
1 openbaarmaken
2 openbaarmakend
3 openbaargemaakt
4 openbaar
5 openbaar
6 openbaar
7 openbaar
8 openbaar
9 openbaar
10 openbaargemaakt
11 openbaargemaakt
12 openbaargemaakt
13 openbaargemaakt
14 openbaargemaakt
15 openbaargemaakt
16 openbaar
17 openbaar
18 openbaar
19 openbaar
20 openbaar
21 openbaar
22 openbaargemaakt
23 openbaargemaakt
24 openbaargemaakt
25 openbaargemaakt
26 openbaargemaakt
27 openbaargemaakt
28 openbaarmaken
29 openbaarmaken
30 openbaarmaken
31 openbaarmaken
32 openbaarmaken
33 openbaarmaken
34 openbaargemaakt
35 openbaargemaakt
36 openbaargemaakt
37 openbaargemaakt
38 openbaargemaakt
39 openbaargemaakt
40 openbaarmaken
41 openbaarmaken
42 openbaarmaken
43 openbaarmaken
44 openbaarmaken
45 openbaarmaken
46 openbaargemaakt
47 openbaargemaakt
48 openbaargemaakt
49 openbaargemaakt
50 openbaargemaakt
51 openbaargemaakt
52 openbaar
openbaren (17) | Verb
1 openbaren
2 openbarend
3 openbaren
4 openbaar
5 openbaart
6 openbaart
7 openbaren
8 openbaren
9 openbaren
10 openbaren
11 openbaren
12 openbaren
13 openbaren
14 openbaren
15 openbaren
16 openboer
17 openboer
18 openboer
19 openboeren
20 openboeren
21 openboeren
22 openbaren
23 openbaren
24 openbaren
25 openbaren
26 openbaren
27 openbaren
28 openbaren
29 openbaren
30 openbaren
31 openbaren
32 openbaren
33 openbaren
34 openbaren
35 openbaren
36 openbaren
37 openbaren
38 openbaren
39 openbaren
40 openbaren
41 openbaren
42 openbaren
43 openbaren
44 openbaren
45 openbaren
46 openbaren
47 openbaren
48 openbaren
49 openbaren
50 openbaren
51 openbaren
52 openbaar