DictionaryForumContacts

Morphology analysis
Vervagen (1) | Noun, neuter
Vervagen singular singular
Vervagen plural plural
vervagen (19) | Verb
1 vervagen
2 vervagend
3 vervaagd
4 vervaag
5 vervaagt
6 vervaagt
7 vervagen
8 vervagen
9 vervagen
10 vervaagd
11 vervaagd
12 vervaagd
13 vervaagd
14 vervaagd
15 vervaagd
16 vervaagde
17 vervaagde
18 vervaagde
19 vervaagden
20 vervaagden
21 vervaagden
22 vervaagd
23 vervaagd
24 vervaagd
25 vervaagd
26 vervaagd
27 vervaagd
28 vervagen
29 vervagen
30 vervagen
31 vervagen
32 vervagen
33 vervagen
34 vervaagd
35 vervaagd
36 vervaagd
37 vervaagd
38 vervaagd
39 vervaagd
40 vervagen
41 vervagen
42 vervagen
43 vervagen
44 vervagen
45 vervagen
46 vervaagd
47 vervaagd
48 vervaagd
49 vervaagd
50 vervaagd
51 vervaagd
52 vervaag
vervagen (274) | Verb
1 vervagen
2 vervagend
3 gevervagen
4 vervaag
5 vervaagt
6 vervaagt
7 vervagen
8 vervagen
9 vervagen
10 gevervagen
11 gevervagen
12 gevervagen
13 gevervagen
14 gevervagen
15 gevervagen
16 vervoeg
17 vervoeg
18 vervoeg
19 vervoegen
20 vervoegen
21 vervoegen
22 gevervagen
23 gevervagen
24 gevervagen
25 gevervagen
26 gevervagen
27 gevervagen
28 vervagen
29 vervagen
30 vervagen
31 vervagen
32 vervagen
33 vervagen
34 gevervagen
35 gevervagen
36 gevervagen
37 gevervagen
38 gevervagen
39 gevervagen
40 vervagen
41 vervagen
42 vervagen
43 vervagen
44 vervagen
45 vervagen
46 gevervagen
47 gevervagen
48 gevervagen
49 gevervagen
50 gevervagen
51 gevervagen
52 vervaag