DictionaryForumContacts

Morphology analysis
laat (1530) | Adjective
laat
laate
laater
laaters
laatere
laatst
laatste
laaten
laatkomen (14) | Verb
1 laatkomen
2 laatkomend
3 laatgekomen
4 laat
5 laat
6 laat
7 laat
8 laat
9 laat
10 laatgekomen
11 laatgekomen
12 laatgekomen
13 laatgekomen
14 laatgekomen
15 laatgekomen
16 laat
17 laat
18 laat
19 laat
20 laat
21 laat
22 laatgekomen
23 laatgekomen
24 laatgekomen
25 laatgekomen
26 laatgekomen
27 laatgekomen
28 laatkomen
29 laatkomen
30 laatkomen
31 laatkomen
32 laatkomen
33 laatkomen
34 laatgekomen
35 laatgekomen
36 laatgekomen
37 laatgekomen
38 laatgekomen
39 laatgekomen
40 laatkomen
41 laatkomen
42 laatkomen
43 laatkomen
44 laatkomen
45 laatkomen
46 laatgekomen
47 laatgekomen
48 laatgekomen
49 laatgekomen
50 laatgekomen
51 laatgekomen
52 laat
laten (1410) | Verb
1 laten
2 latend
3 gelaten
4 laat
5 laat
6 laat
7 laten
8 laten
9 laten
10 gelaten
11 gelaten
12 gelaten
13 gelaten
14 gelaten
15 gelaten
16 liet
17 liet
18 liet
19 lieten
20 lieten
21 lieten
22 gelaten
23 gelaten
24 gelaten
25 gelaten
26 gelaten
27 gelaten
28 laten
29 laten
30 laten
31 laten
32 laten
33 laten
34 gelaten
35 gelaten
36 gelaten
37 gelaten
38 gelaten
39 gelaten
40 laten
41 laten
42 laten
43 laten
44 laten
45 laten
46 gelaten
47 gelaten
48 gelaten
49 gelaten
50 gelaten
51 gelaten
52 laat