DictionaryForumContacts

Morphology analysis
buitmaken (14) | Verb
1 buitmaken
2 buitmakend
3 buitgemaakt
4 buit
5 buit
6 buit
7 buit
8 buit
9 buit
10 buitgemaakt
11 buitgemaakt
12 buitgemaakt
13 buitgemaakt
14 buitgemaakt
15 buitgemaakt
16 buit
17 buit
18 buit
19 buit
20 buit
21 buit
22 buitgemaakt
23 buitgemaakt
24 buitgemaakt
25 buitgemaakt
26 buitgemaakt
27 buitgemaakt
28 buitmaken
29 buitmaken
30 buitmaken
31 buitmaken
32 buitmaken
33 buitmaken
34 buitgemaakt
35 buitgemaakt
36 buitgemaakt
37 buitgemaakt
38 buitgemaakt
39 buitgemaakt
40 buitmaken
41 buitmaken
42 buitmaken
43 buitmaken
44 buitmaken
45 buitmaken
46 buitgemaakt
47 buitgemaakt
48 buitgemaakt
49 buitgemaakt
50 buitgemaakt
51 buitgemaakt
52 buit