Dutch ⇄ Russian

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z Ï Ë   <<  >>

Terms for subject General (122767 entries)

het oog slaan op	бросать взгляд на
het oog slaan op	рассматривать
het oor kittelen	ласкать слух
het oor lenen	слушать
het oor lenen	выслушивать
het op de borst hebben	быть сильно простуженным
het op de borst hebben	страдать болезнью лёгких
het op de heup en hebben	быть в дурном расположении духа
het op de heup en hebben	капризничать
het op de zenuwen krijgen	потерять спокойствие
het op een draf zetten	пустить рысью
het op een draf zetten	пуститься рысью
het op een lopen zetten	пуститься бежать
het op een lopen zetten	обратиться в бегство
het op (iem.) verzien hebben	точить (на кого-л.) зубы
het op zijn lachspieren krijgen	начинать смеяться
het op zijn lachspieren krijgen	засмеяться
het op zijn slofjes af kunnen	легко достигать
het oprukken, opmars	продвижение	oxiarh
het (schip) over een andere boeg wenden	поворачивать (судно) на другой галс